Achtergrond

Noodhulp werkt niet structureel: ‘We blijven dingen doen die geen impact hebben’

Tuur Ghys

Het debat over noodhulp versus structurele armoedebestrijding laait regelmatig op. Maar de discussie dreigt vervuild te raken door begripsverwarring. Want wat is noodhulp? En wat is het niet? Tuur Ghys, doctor in de sociale wetenschappen en verbonden aan een Mexicaanse universiteit, schept klaarheid.

© Unsplash / Aaron Doucett

Verschillen in aanpak

Is noodhulp enkel een druppel op een hete plaat?

In het artikel ‘Hoe noodhulp ook op lange termijn verschil probeert te maken’ vertelden vier noodhulpverleners over hun aanpak en hun kijk op structurele verandering. Hun getuigenissen en dagelijkse inzet zijn inspirerend. Tegelijk vormen ze een mooie aanzet om verschillen in aanpak in de verf te zetten.

Want die verschillen zijn er wel degelijk. Een structurele aanpak grijpt in op de sociale, economische, culturele en politieke structuren die een sociaal probleem veroorzaken en in stand houden. In het geval van armoedebestrijding zorgt een structurele aanpak dat het armoederisico daalt en dat op termijn de totale omvang van armoede vermindert.

‘Structurele armoedebestrijding grijpt in op de oorzaken van armoede. Zo vermindert het risico op armoede. Ook voor wie nog niet arm is.’

Structurele armoedebestrijding is deel van een breed spectrum van interventies in sociale problemen. Je kan de interventies opdelen in drie ‘lagen’: niet-structurele, semi-structurele en structurele interventies.

Drie lagen

Niet-structurele interventies hebben geen duurzaam effect op de positie van mensen in de samenleving. Ze veranderen de structurele indeling van deze samenleving niet. Het gaat dus eerder over armoedemanagement dan armoedebestrijding. In het beste geval helpt het de gevolgen van armoede te controleren, zoals bij voedselbedeling. In het slechtste geval helpt het niet of maakt het armoede en ongelijkheid erger.

Semi-structurele of individuele interventies kunnen een effect hebben op de uitgesloten positie van mensen, ook al veranderen ze de indeling van de samenleving niet. Het gaat over projecten die mensen daadwerkelijk meer kansen geven om uit armoede te raken, zoals een opleiding of het tussenkomen in schulden. Mensen geraken sneller uit de problemen, maar op zich verandert er niets aan de oorzaken.

Structurele armoedebestrijding grijpt wel in op de oorzaken van armoede binnen de samenleving. Zo vermindert het risico op armoede. Ook voor wie nog niet arm is. Zaken zoals het minimumloon, de sociale zekerheid, publiek onderwijs, sociale woningen en het wegwerken van stigma’s en racisme vallen hieronder.

Geen buren

Noodhulp en structurele benaderingen zijn dus geen buren die aan elkaar grenzen, maar eerder volstrekt verschillende zaken. Daartussen is er een breed spectrum aan andere interventies, waaronder benaderingen die helemaal niets met noodhulp te maken hebben. Denk bijvoorbeeld aan psychologische empowermentprojecten voor mensen in armoede.

‘Sociale kruideniers veranderen weinig aan het armoederisico.’

Dat betekent dat projecten niet noodzakelijk structureel zijn omdat ze niet op noodhulp gebaseerd zijn. Zo veranderen sociale kruideniers die lagere tarieven hanteren voor mensen in armoede weinig aan het algemene armoederisico, ook al zetten ze zich expliciet af tegen caritatieve praktijken. Maar dat hoeft ook niet, aangezien de verschillende lagen van armoedebeleid andere rollen vervullen.

Verwarrende discussie

De discussie over noodhulp en structureel werk is verwarrend omdat hier eigenlijk twee discussies door elkaar lopen: Wat is de rol van noodhulp en breder liefdadigheid? Wat is de rol van civiele organisaties die noodhulp bieden?

Noodhulp is gericht op het lenigen van noden. Doorgaans gaat het over acute noden, zoals het redden van drenkelingen in de Middellandse Zee. Dit gaat over de omgang met gevolgen van dieperliggende problemen. Het heeft dus geen structurele doorwerking.

‘Wat als noodhulporganisaties meer trachten te doen?’

Maar wat dan als noodhulporganisaties meer trachten te doen, zoals het Wereldvoedselprogramma dat in Laos schoolmaaltijden verzorgt? Hier ontstaat de verwarring tussen de twee discussies. Dit is geen noodhulp, maar sociaal beleid uitgevoerd door spelers buiten de overheid.

Ook in België zou het aanbieden van gratis schoolmaaltijden trouwens een grote stap vooruit zijn op vlak van sociale rechten. Al organiseert de overheid het hier best zelf.

Geen legitimering

Samengevat: wanneer noodhulporganisaties een structureel verschil maken, komt dat meestal omdat ze iets anders dan noodhulp doen, en niet omdat noodhulp structureel doorwerkt.

‘Helpen van een ander in nood is een plicht.’

Wanneer medewerkers van de voedselbedeling mensen systematisch doorverwijzen naar de reguliere hulpverlening dan is dat een neveneffect van de organisatie. Het is geen legitimering van het bestaan van noodhulp in een rijk land.

Niets van het voorgaande impliceert dat noodhulp slecht is, integendeel. Volgens de meeste ethische, politieke en religieuze perspectieven is helpen van een ander in nood op zich een goede zaak of zelfs een plicht.

“Het is logisch dat hulpverleners een zekere onmacht ervaren in hun interactie met structurele problemen, aangezien ze vaak niet de macht hebben om deze te veranderen.”

© Pexels / Lagos Food Bank Initiative

De bluf van niet-structurele hulp smelt snel

Dat er verwarring bestaat tussen deze benaderingen, hoeft niet te verbazen in een land als België waar de armoede al dertig jaar stabiel is en niets een verschil lijkt te maken.

Het primaat van de structurele benadering wordt echter snel duidelijk wanneer we naar grotere verschillen in tijd en ruimte kijken. Een voorbeeld: in het Bolivia van Evo Morales verminderde de armoede tussen 2005 en 2012 van 63,9 naar 36,3 procent.

‘Steek je hand op als je denkt dat de halvering van armoede te danken was aan een plotse expansie van liefdadigheid, zelfhulp en buddyprojecten.’

Als aanhanger van de structurele benadering zou ik suggereren dat de daling in Bolivia er kwam door een samenspel van gunstige macro-economische factoren en een forse expansie van herverdelend sociaal beleid. Dus niet door een golf van activering doordat mensen na negen jaar uit hun sociale woning gezet werden.

Steek je hand op als je denkt dat de bijna halvering van armoede in Bolivia te danken was aan een plotse expansie van liefdadigheid, zelfhulp, buddyprojecten, kooklessen, budgettips of veerkracht? Zo. Naar mijn ervaring smelt de bluf van niet-structurele benaderingen dus snel wanneer we naar concrete resultaten kijken.

Politiek

Het is logisch dat hulpverleners een zekere onmacht ervaren in hun interactie met structurele problemen, aangezien ze vaak niet de macht hebben om deze te veranderen. Meer van hen verwachten is cynisch. Daarentegen is het wel logisch om van actoren met macht te verwachten dat ze iets anders doen dan noodhulp te organiseren.

Dit brengt ons bij de politiek: die sfeer van de samenleving die de relatie tussen de andere sferen bepaalt, en dus speciaal georganiseerd is om grip te krijgen op de structuur van de samenleving. Want waarom blijven we niet-structurele zaken heruitvinden? Kort, omdat ze bepaalde politieke functies hebben.

‘Noodhulp past beter bij conservatieve en neoliberale ideologieën.’

Om te beginnen passen noodhulp en liefdadigheid beter bij bepaalde conservatieve en neoliberale ideologieën die vinden dat de zorg voor minderbedeelden tot de privésfeer behoort. Volgens de conservatieve logica zijn we in de samenleving fundamenteel ongelijk. Mensen in een hogere klassen hebben een more plicht tegenover de lagere klassen.

Binnen de klassiek liberale en neoliberale logica mag de overheid zich niet met herverdeling inlaten. Individuen zijn uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor hun situatie. Maar als jij ze wil helpen, doe maar.

Doen alsof

Een andere rol die noodhulp kan spelen is wat ze in Mexico ‘simulatie’ noemen: doen alsof je beleid maakt zonder echt iets te doen.

Een simpel voorbeeld is het kleurrijk verven van de huizen in een armoedige buurt. Het is een zichtbare actie, weliswaar zonder enige impact. In Mexico kwam dat in het verleden vaak omdat het geld voor armoedebeleid gestolen werd, in België omdat het geld er nooit was.

‘Ministers van armoedebestrijding hebben eigenlijk weinig macht of budget om veel structureel te doen. Dan is het verleidelijk om samen met liefdadigheidsorganisaties iets op poten te zetten.’

Er zijn beleidsniveaus en -functies die eigenlijk weinig macht of budget hebben om structureel te werken aan armoede. Denk aan kleine dorpen of ministers van armoedebestrijding. Dan is het verleidelijk om niet-structurele projecten te ondersteunen of samen met liefdadigheidsorganisaties iets op poten te zetten.

Het is met armoedebeleid in België vaak als met de man die ‘s nachts op straat naar zijn verloren horloge zoekt onder de straatlantaarn omdat daar licht is. We blijven dingen doen en concepten heruitvinden waarvan we diep vanbinnen weten dat ze geen impact hebben. Dat doen we omdat dat is wat we vanuit onze functie, academische discipline of theoretisch kader kunnen. Als we andere, machtigere actoren kunnen overtuigen om ons hiervoor meer middelen te geven, is dat mooi meegenomen.

“Voedselbedeling als deel van beleid in Antwerpen gaat terug tot de dertiende eeuw. Noodhulp heeft dus voldoende tijd gehad om haar structurele doorwerking te tonen.”

© Flickr / Lance Cheung

Doelbewust

Erger is wanneer deze simulatie van armoedebestrijding doelbewust is, en men niet-structurele benaderingen verkiest waar men eigenlijk de macht en middelen heeft om meer te doen.

In dit scenario kan noodhulp effectief bijdragen aan de afbraak van sociale rechten, aangezien beleidsmakers steeds meer rekenen op liefdadigheid om de gaten in hun beleid te vullen. Noodhulporganisaties zijn zich hier niet altijd van bewust.

Vaak is noodhulp in deze gevallen eigenlijk ook geen ‘nood-hulp’ meer, maar een systematische aanvulling op sociaal beleid. Daarnaast kan ze bijkomende functies vervullen, zoals voedselbedeling een vorm van afvalverwerking is.

Noodhulp onder protest?

De voorgaande reflecties doen vragen rijzen over wat we moeten verstaan onder protest in de slogan ‘noodhulp onder protest’ van voedselbedelende organisaties.

Zij hebben zeker relevante ervaringen om te signaleren aan het beleid, maar de vraag is of en wanneer dat signaal opgepikt wordt. In de praktijk werkt voedselbedeling immers steeds nauwer samen met overheden.

‘Wat moeten we verstaan onder ‘noodhulp onder protest’? In de praktijk werkt voedselbedeling steeds nauwer samen met overheden.’

Sinds het ontstaan van de voedselbanken in 1985 helpen ze steeds meer mensen. Voedselbanken zijn eigenlijk vooral een logistieke innovatie die de verdeling van voedsel vergemakkelijken. Uit onderzoek van collega structureel denker Jan Vrancken blijkt bijvoorbeeld dat voedselbedeling als deel van beleid in Antwerpen teruggaat tot de dertiende eeuw. Het is dus veilig te stellen dat noodhulp voldoende tijd heeft gehad om haar structurele doorwerking te tonen.

Zuivere noodhulp verkiesbaar

Noodhulp en structureel beleid zijn geen buren. Dit doet niets af van de reële nood aan noodhulp, en de vaak heroïsche inspanningen en creativiteit van wie zich hiervoor inzet.

Het gevaar zit in het verwarren van noodhulp en structureel beleid, wat de deur openzet voor de simulatie van sociaal beleid. In die zin is noodhulp als zuivere noodhulp zoals bij de Wereldvoedselorganisatie zelfs verkiesbaar. Je krijgt ten minste wat je verwacht, doorgaans zeer efficiënt georganiseerd.

Hoewel armoede in de kern een sociaaleconomisch probleem is, is het in rijke landen vandaag vooral een politiek vraagstuk. Wil men armoede verder verminderen? Door in te zetten op herverdeling en eerlijke fiscaliteit, door de sociale economie en het sociaal woningaanbod fors uit te breiden, door de minimumuitkering op te trekken, door de toegang tot diensten te verbeteren… Of doen we dit niet en leggen we ons neer bij 15 procent armoede als neveneffect?

In die zin kunnen noodhulporganisaties hun pijlen best op politieke doelen richten, zoals het veranderen van de perceptie rond doelgroepen en het protesteren tegen onrecht. Net omdat ze functioneel zijn voor beleid geeft dit noodhulporganisaties een zekere hefboom.

Maar dit protest moet reëel zijn en verder gaan dan het signaleren van noden. Zo wacht ik al jaren op het moment waarop de voedselbanken een manifest op tafel gooien en dreigen te staken als er bijvoorbeeld geen gratis maaltijden op school komen.

Reacties [9]

  • daniel Raymaekers

    Eten geven en goedkoop kleren aanbieden OK maar armoede bestrijden is meer dan dat. Mensen bijstaan met hen te begeleiden in hun dagdagelijkse problemen met mutualiteit, werkloosheid, woonst, taalvaardigheid, enz…
    Men zegt wel “je moet ze geen vis geven maar leren vissen” akkoord maar om te vissen moet je wel geholpen worden met:
    1° zorgen dat je de nodige kracht hebt (voedselverdeling)
    2° het juiste materiaal hebt zoals vishengel, vislijn (begeleiding naar taalvaardigheid, je weten uit te drukken en je probleem kenbaar maken). Dit kan ook gebeuren door contacten te leggen met andere organisaties en deze te steunen (financieel of met materiaal)
    3° ze begeleiden naar de rivier of visvijver (OCMW, mutualiteit, welzijnsorganisaties, enz…)
    4° de vis trachten binnen te halen (helpen te solliciteren, kinderen begeleiden in hun schoolwerk, materiaal ter beschikking stellen)
    Dit zijn zomaar uit het vuistje enkele opmerkingen met wat ik bedoel met visie hebben.

  • Jef Geldof

    Eindelijk klare taal over de schijnbaar goedbedoelende individuele caritatieve acties én de politieke onwil om structurele herverdeling te starten (na de mooie speeches).

    • Pia Cornet

      Systemen aanpakken die armoede oorzaken : verhelderend is o.m. het onderzoekswerk van professor Ides Nicaise (K.U.L.) over generatiearmoede.
      (Blijven) opleiden van ervaringsdeskundigen inzake generatiearmoede is noodzakelijk.

  • Maddy Claes

    Een week geleden reageerde ik op een artikel over politiek sociaal werk als zijnde de enig mogelijke benadering van sociaal werk. Ik heb toen ook gepleit voor de oprichting van een agentschap voor sociaal werk. Dit artikel ondersteunt mijn visie. Noodhulp is een onmiddellijke geheel of gedeeltelijke oplossing voor een mens in nood en dus onmisbaar voor elke noodlijdende mens. Maar als overheid systematisch noodhulp inschakelen en stimuleren is onwaardig beleid. Iedere politicus heeft als taak de systemen aan te pakken die armoede veroorzaken. Welvaart en welzijn garanderen voor iedereen vraagt een systeemwijziging. We zullen onze economie anders moeten bekijken. Enkel activiteiten organiseren die mens en natuur geen schade berokkenen, krijgen nog een kans. Belastingen betalen om deze ommekeer te realiseren, zal een privilege worden. Utopisch ? Ik denk van niet.

  • Ignace Pollet

    Structurele hulp mikt op ingrijpen in de politiek-economische eigendoms- en zeggenschapsstructuren. Je zou dit kunnen accepteren in samenlevingen waar de overgrote meerderheid arm is, zonder zicht op een uitweg uit de armoede. Maar historische evidence toont dat dit steevast leidt naar autoritaire bewakingssystemen (éénpartijsysteem e.d.), met aanfluiting van de mensenrechten. Daarom lijken noodhulp of (zoals de auteur het noemt) semi-structurele meer verdedigbaar, en ook concreter (resultaten zichtbaar en binnen bereik). Veel structurele hulpprogramma’s zijn immers zo ontworpen dat ze niet evalueerbaar zijn.

    • Heidi Degerickx

      Pardon? Wat zegt u nu eigenlijk? Dat herverdeling door fiscaliteit en sociale zekerheid niet evalueerbaar/ meetbaar is in welke mate ze armoede risico voorkomt of remedieert? Dat slaat nu toch op niets. Er zijn studies genoeg die dat aantonen. Bijvb. Zoekt u even het werk op van Wim van Lancker omtrent kinderbijslag / groeipakket in de strijd tegen kinderarmoede en het effect op het percentage van kinderen in armoede. Er is een zeer sterke correlatie. Kinderbijslag is de enige maatregel die zo effectief is in het voorkomen van armoede, in tegenstelling tot andere semi-structurele voorzieningen zoals bijvb. kinderopvang ( daar spelen veel meer Mattheus effecten)
      Structurele maatregelen, in combi met semi-structurele, zijn de enige weg vooruit om zelfs het rijke Vlaanderen écht verschil te maken voor 9% oftewel 600.000 Vlamingen. Schandelijk dat wij hen bewust laten verzuipen. Terwijl we collectief meer dan genoeg welvaart en rijkdom hebben.

  • Dorine

    Voor lln in nood is de maaltijd reeds kosteloos (noodfonds school).
    Helaas eten die noodlijdende kinderen hun bord enkel de eerste weken volledig leeg … erna gooien ze evenveel voedsel in de vuilbak als de betalende leerling … helaas

    • Min Berghmans

      Om erbij te horen?

    • Roos

      Helaas Dorien, hierbij wil ik je graag even tegenspreken. Je gaat ervan uit dat de niet betalende leerling zijn dankbaarheid moet tonen door netjes zijn bordje leeg te eten. Net als mensen die bij de voedselbank terechtkomen en dankbaar moeten zijn voor wat hen aangeboden word. Je kan het artikel misschien nog even goed nalezen.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.